H 28 Reflecteren

Het kan nuttig zijn om te kijken hoe je bent omgegaan met jouw specifieke eigenschappen tijdens dit project.

Hier zie je enkele voorbeelden van eigenschappen waar je last van kunt hebben en waarvoor je methoden moet zoeken om er mee om te gaan (uit: Van probleem naar Prestatie, 2016):

De rommelaar. Jij bent geneigd te improviseren. Dat is in allerlei situaties erg nuttig,
maar je loopt het risico dat je opdracht ook structuur gaat missen. Advies: maak voordat
je begint een strak plan met een zo duidelijk mogelijke structuur.
De perfectionist. Je vindt het moeilijk om te accepteren dat niet alle informatie beschikbaar
is, en dat er toch knopen moeten worden doorgehakt. Onderzoeken en verbeteren
in dynamische situaties kan betekenen dat je genoegen moet nemen met weinig tijd,
incomplete gegevens en onduidelijke communicatie. Advies: spreek van tevoren in je
planning af wanneer je de onderzoeksfase afsluit. Dat kan zijn op een moment in de
tijd, of bij het bereiken van een bepaald onderzoeksresultaat.
De pietlut. Jij bent geïnteresseerd in de details. Dat is mooi, want in de details zit vaak
de kwaliteit van een onderzoek of aanbevelingen. Risico is dat je de grote lijn uit het
oog verliest en het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken vergeet te maken. Advies: ga
(denkbeeldig) op een afstand van je werk staan en probeer de grote lijn te ontwaren.
Een goed hulpmiddel hiervoor is een oorzaak-gevolgmodel, dat wordt beschreven in
Hoofdstuk 10. Je kunt ook anderen hiervoor inschakelen!
De theoreticus. Je houdt van theorieën, en bent veel in de boeken te vinden. Risico is
dat je komt met ideeën of oplossingen die in de praktijk niet worden gewaardeerd of
begrepen. Organisaties bestaan niet alleen uit systemen, maar ook uit mensen! Advies:
zorg dat je contact houdt met degenen die in de praktijk de gevolgen van je analyses en
aanbevelingen moeten ondergaan en vraag feedback.
De practicus. Jij bent uiteraard de tegenhanger van de theoreticus. Je loopt het risico dat
je werk als onvoldoende wordt beoordeeld omdat de theoretische grondslag ontbreekt.
Advies: zorg dat je vanaf het begin keuzes maakt voor theorieën en modellen om je werk
mee te ondersteunen en gebruik die ook.
De introverte onderzoeker. Jij loopt het risico dat je niet wordt gezien, en daardoor in de
communicatie met betrokkenen allerlei informatie mist. Je moet vaak trekken aan mensen
om ze informatie te ontlokken en als je dat niet kunt, mis je mogelijk veel gegevens.
Advies: laat je steunen door mensen die dat wel kunnen.
De extraverte onderzoeker. Jouw risico is dat je als een olifant door de porseleinkast raast.
Het kan heel bedreigend zijn voor medewerkers als er iemand rondloopt die hun prestaties
gaat meten en aanbevelingen gaat doen om dingen te veranderen. Als je mensen
laat schrikken breng je onrust teweeg, of ze gaan zich voor je afsluiten. Advies: gedraag
je zo bescheiden en discreet mogelijk en houd rekening met gevoeligheden.
De solist. Jij doet graag alles alleen, omdat je weet dat het dan goed gebeurt. Risico
daarvan is dat je teveel naar jezelf toetrekt en daardoor geen band weet te creëren met
de organisatie of dat je kostbare input van anderen vergeet mee te nemen. Advies: stap uit
je comfortzone en ga op zoek naar wat anderen kunnen bijdragen aan jouw inzichten
en resultaten.
Het gezelligheidsdier. Jij werkt graag en uitsluitend samen met anderen. Risico
daarvan is dat het lastig te zien is voor beoordelaars wat jouw bijdrage aan de opdracht
is geweest. Doel van een opdracht is ook en vooral om te laten zien wat jij kunt. Advies:
probeer je te onderscheiden en te ontworstelen aan de groepsmening en werkwijze en
leg de nadruk op jouw eigen bijdragen aan het resultaat van de opdracht.

Voorbeeldcasus Natuurpark Dennenstate